woensdag 30 april 2008

We kunnen niet meer terug

Interview EVR in De Standaard: “Wij kunnen niet meer terug”

‘Ons lot is verbonden met de splitsing van BHV’. Voor Vlaams parlementslid Eric Van Rompuy heeft CD&V geen andere keuze dan doorgaan met de wetsvoorstellen BHV. ‘Er zal nooit echt goed bestuurd worden als de communautaire hypotheek niet gelicht wordt.’
‘We zitten in regime- crisis die haar naam niet durft noemen’

‘Wij hebben gewonnen in het dossier van de btw op nieuwbouw en over enkele weken zal dat ook het geval zijn voor BHV’, juichte Eric Van Rompuy (CD&V) vorige week in het halfrond. De politicus die van zijn gele wielershirt met de opdruk ‘splits BHV’ zijn handelsmerk maakte, is ervan overtuigd dat de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV) binnen handbereik is. Maar zover is het nog niet. Gisteren werd de zitting van de Kamer zelfs geannuleerd om een discussie over BHV te vermijden.
Bent u er wel zo zeker van dat BHV gesplitst wordt? EVR:‘We moeten wel winnen. BHV gaat al veertig jaar mee, het is de doyenne (ouderdomsdeken, red.), het Luik-Bastenaken-Luik van de politiek. We hebben nu gekozen voor de parlementaire weg. De enige manier om dat nog te stuiten, is een belangenconflict van Franstalige kant. Maar goed, de Franstaligen zijn dat vooralsnog niet van plan.’
Is het niet de bedoeling van de Franstaligen om het kartel uit elkaar te spelen? EVR:‘Ik begrijp al die speculaties over het kartel niet goed. Als er nu één thema is waarop CD&V zich de afgelopen jaren op geprofileerd heeft - ook in BHV zelf met mijn broer op kop - dan is het toch de splitsing van het kiesarrondissement. Yves Leterme sprak over vijf minuten politieke moed. Wij hebben ons in het voorjaar van 2005 met een tiental parlementsleden onthouden in het parlement omdat die splitsing er moest komen. Ons lot is helemaal verbonden met BHV, zelfs los van het kartel. Ik zie niet in hoe CD&V naar de Vlaamse verkiezingen kan gaan zonder splitsing.’
Is die stemming in het parlement geen loos dreigement?
  EVR:‘We moeten wel consequent zijn. Wij hebben de procedure in gang gezet. Wij hebben vorig jaar in november de splitsing goedgekeurd in de kamercommissie. Dan kunnen we nu niet meer terug, we willen dat ook niet. Als de Franstaligen ons nu in een positie brengen waarin geen onderhandelde oplossing mogelijk is, moeten wij stemmen.’
Maar de enige mogelijke oplossing is een onderhandelde. EVR:‘Als men een onderhandelde oplossing vindt, des te beter. Maar iedereen weet dat de marge voor een onderhandeling beperkt zijn. Geen enkele Vlaamse partij kan het zich veroorloven in te gaan op Franstalige vragen over de benoeming van de drie burgemeesters in de Vlaamse Rand, de uitbreiding van Brussel, de goedkeuring van het Minderhedenverdrag, en ga zo maar door.’
Is CD&V niet in een uitzichtloze positie beland? EVR:‘Ik was voorstander van een grote dialoog van gemeenschap tot gemeenschap na de verkiezingen. Maar men heeft ervoor gekozen alles in de trechter van het formatieberaad te duwen, ook al was er geen tweederde meerderheid. Daar is bitter weinig uitgekomen.’ ‘De Franstaligen begaan daarmee een historische blunder. Er zal nooit echt goed bestuurd kunnen worden als de communautaire hypotheken niet gelicht worden. De Franstaligen gebruiken nu bijzonder zware woorden tegen ons. We zijn niet democratisch, racistisch, tegen de mensenrechten, niet solidair. Ze wanen zich moreel superieur, maar beseffen niet dat ze door alles af te blokken dit land totaal verlammen.’
‘We zitten vandaag in een regimecrisis die haar naam niet durft te noemen. De regering doet ook wel goede dingen, kijk naar minister Vandeurzen op Justitie, maar alles wordt ondergesneeuwd door de communautaire crisissfeer.’
Heeft CD&V zich daarin niet vastgereden?EVR: ‘Neen, het zijn de Franstaligen die catenaccio spelen. Er zijn er nog altijd die vinden dat een staatshervorming niet nodig is. De beleidsnota Werk van minister Joëlle Milquet is zo’n voorbeeld. Van haar kan ik dat nog begrijpen, want zij komt uit de unitaire PSC, maar iemand als Di Rupo, uit een partij met een grote traditie van regionalisering, maakt een fout. Hij had moeten kiezen voor de regionalisering van zijn regio, niet voor de non op federaal vlak.’
Joëlle Milquet is een goede vriendin van u, schijnt het. EVR:‘Ik heb ze gekend toen ze nog een jonge medewerkster was in de Kamer. Er was een periode dat ik daar dag en nacht zat ten tijde van de commissie Grondwet. Maar behalve wat koffie en gesprekken in de marge is er niet veel aan de hand geweest. Men geeft de indruk dat ik een blauwtje heb opgelopen, maar dat klopt niet. Ik had mijn oog meer laten vallen op de secretaris van de commissie en daar ben ik dan ook mee getrouwd.’
Premier Leterme tempert de verwachtingen zelf in het CD&V-partijblad. EVR: ‘Dat is de taak van een premier. Die moet rekening houden met de twee gemeenschappen en naar oplossingen zoeken. Wij moeten ervoor zorgen dat die oplossing geloofwaardig blijft. Hier is een rol weggelegd voor de fracties en voor de Vlaamse minister-president. Ik stel trouwens vast dat Kris Peeters zich meer en meer ontpopt tot een strijdbare Vlaming.’
Leterme kant zich bijvoorbeeld tegen de regionalisering van de vennootschapsbelasting. Die zou leiden tot fiscaal shoppen. EVR: ‘Maar voor de MR is een splitsing van vennootschapsbelasting binnen bepaalde vorken blijkbaar wel mogelijk. Er zijn vele opties mogelijk om de deelstaten de mogelijkheid te geven hun eigen sociaaleconomisch beleid te voeren en tegelijk de solidariteit te behouden.’
Welke ambitie hebt u nog in de politiek? EVR: ‘Ik heb mij zo geëngageerd in de splitsing van BHV en meer Vlaamse autonomie, dat het nu ook mijn verantwoordelijkheid is geworden om die te realiseren. Mijn kiezers mogen er mij op beoordelen als ik volgend jaar nog meedoe aan de verkiezingen.’ Bent u dan niet zeker van een verkiesbare plaats? EVR:‘Er is de N-VA, de jongeren, genderevenwichten, de standen, regionale spreiding. Daar moet je allemaal rekening mee houden. Ik heb voor mezelf uitgemaakt dat de partij moet tonen dat ze me nog graag ziet. Als men mij de laatste plaats aanbiedt, zal ik ervoor bedanken. Dat zou me dan wel heel veel pijn doen.’
Is het moeilijk om ouder te worden in de politiek? EVR:‘Ja, want tegen leeftijd heb je geen argument. Als Yves Leterme me in 2004 zei dat hij aan de toekomst moest denken en me geen minister maakte, wat kun je dan antwoorden? Dat betekent dat men voor u geen toekomst meer ziet. Nu, ik denk wel dat de periode van de Vervotjes en de Freya’s in de politiek voorbij is. Men beoordeelt mensen opnieuw op wat ze zijn en leeftijd mag daar geen rol in spelen.’
Hebt u het bijgelegd met Leterme? EVR:‘Tja, die regeringsvorming blijft voor mij een ontgoocheling. Ik was toch geslaagd als fractieleider, ik werd wekenlang betrokken bij de regeringsonderhandelingen en dan zegt men me dat ze aan de toekomst moeten denken. Dat heeft me veel pijn gedaan. Maar goed, Leterme heeft Kris Peeters gekozen en die is nu een heel populaire minister-president. Het heeft geen zin daarop te blijven doorgaan, maar het zou oneerlijk zijn te ontkennen dat er iets gebroken is.’
Verbitterd? EVR: ‘Neen, ik wil niet als een verzuurd, verbitterd parlementslid in het halfrond gaan zitten. De afgelopen vier jaar hebben wel bewezen dat ik een nieuwe plaats heb gevonden in de politiek. Ik heb mijn website, er zijn er weinigen in het parlement die zoveel vragen stellen als ik. Het leven gaat door.’ ‘Ik wil bewijzen dat je ook als backbencher strijdbaar moet blijven. Ik beschouw mezelf een beetje als het Vlaams geweten van CD&V in het Vlaams Parlement. Dat is ook een motor van meer Vlaamse autonomie. Dat maakt het land en de partij soms moeilijker bestuurbaar, maar daarvoor zijn we er. Anders kunnen we de boel beter opdoeken.’

Redactie: Wim Winkelmans, De Standaard, Corelio -30 april 2008-

zondag 27 april 2008

IN KEIEN VAN DE WETSTRAAT

Vrijdag 25 april was ik te gast in Keien van de Wetstraat met Ivan De Vadder en Kathleen Cools. U kunt de uitzending herbekijken door te klikken op de nieuwswebsite van VRT http://www.deredactie.be.
“Eric Van Rompuy is een buitenbeentje in de politiek maar vooral binnen CD&V. Hij is de kleinere broer van Herman maar ook de man die zijn gedacht durft zeggen. Na een lange carrière is hij backbencher geworden en vooral niet verlegen vrijuit te spreken. Hij begon als CVP-Jongerenvoorzitter waar hij het aandurfde om in 1979 de Regering Martens te doen vallen. Ook vandaag blijft hij bijzonder strijdvaardig.
Wie is Eric Van Rompuy? Of wie zijn de Van Rompuy’s? Zijn ze gevaarlijk? Of is hun macht uitgewerkt en behoren ze tot de archieven van de oude CVP?
In het Vlaams Parlement is hij één van de weinige sterke parlementsleden. Met veel politieke ervaring en een groot politiek geheugen. Zal Leterme overleven? Komt er een grote staatshervorming? En wat met BHV?” Het interview duurt 35 minuten.
U kunt ook op http://www.deredactie.be Villa Politica van 26 april herbekijken (een samenvatting van 20 minuten) met mijn jongste stellingname in het Vlaams Parlement over BHV:” nous allons gagner”!!!

woensdag 23 april 2008

EVR Joker in PAN

Interview Joker Eric Van Rompuy in PAN: I WANT TO BREAK FREE

Serez-vous sincère pendant cette interview?
Toujours.  J’ai un « dagboek » régulier sur mon site Internet qui s’intitule « Be free ».  C’est une idée de mon frère : quand Leterme a empêché ma nomination ministérielle au gouvernement flamand en 2004, Herman m’a consolé en écrivant une lettre sur son blog, «  A Eric », qui disait « Retrouve la combativité de tes jeunes années politiques, et be free ! »

Pourquoi Yves Leterme ne vous-a-t-il pas nommé ?
Personnellement, je n’ai jamais eu de problème avec lui.  J’étais chef du groupe au Parlement flamand et lui à la Chambre.  Nous avons mené ensemble la campagne de 2004 qui a donné le grand retour du CD&V au gouvernement régional.  Mais il y a eu des discussions sur les listes électorales : le père Dehaene voulait que son fils Tom soit tête de liste dans l’arrondissement, et moi dernier.  Je ne voulais pas donner l’impression, à 53 ans, que je voulais me retirer.  Il y a finalement eu toute une discussion sur la composition de cette liste et les relations avec Leterme se sont un peu tendues.  Finalement, Tom a été deuxième –pour sa première élection, c’est pas mal hein ! Mais ça c’est aussi Leterme : quand il a décidé quelque chose, on ne peut revenir dessus.  Il y a aussi eu une interview dans laquelle j’ai déclaré que la Belgique avait besoin d’un big bang institutionel : Verhofstadt a retourné ma déclaration pour accuser le CD&V de séparatisme, ce qui a fragilisé Yves Leterme dans certains débats électoraux.  Mais je ne plaidais pas le séparatisme, je reprenais l’expression de Fons Verplaetse, le gouverneur de la Banque nationale, qui avait dit que la Belgique en avait besoin.  Finalement, Leterme ne m’a pas nommé ministre, et je n’ai jamais eu aucune explication.  Juste une petite phrase, quand il a choisi Kris Peeters, nouveau en politique et extra-parlementaire, à ma place, il a dit « Ik moet aan de toekomst denken ».  Ca voulait dire qu’à 53 ans, je n’avait plus d’avenir ? Il y a quelque chose qui s’est brisé.

Vous pensez que le cartel tiendra éternellement ?
Eternellement, non.  Il tiendra pour une ou deux négociations et pour une ou deux législatures.  Nous sommes actuellement dans la première au niveau fédéral.  Et c’est grâce au cartel et au programme communautaire que nous sommes premier parti de Belgique.  On a toujours dit que si on rentrait au gouvernement, on voulait une réforme et la scission de BHV.  Pour l’instant, ces deux conditions ne sont pas remplies, donc on verra à l’été.  Donc notre confiance au gouvernement est totalement conditionnée.

Mais à présent que tout le monde a son portefeuille ministériel, oserez-vous vous retirer ?
Ce sera un moment très difficile, mais je répète : nous voulons absolument un transfert de compétences en matière socio-économique, à commencer par le marché du travail.  Je n’ai pas dit qu’il fallait obtenir les cinq résolutions du Parlement flamand, mais il faut avoir des avancées significatives en termes d’autonomie fiscale, de marché du travail ou d’impôt sur les sociétés.  Si on n’obtient rien, ça nous posera un gros problème de crédibilité, et il faudra l’expliquer aux électeurs pour les régionales et à l’intérieur du cartel.  Ceci dit, on a le Premier ministre, on est le plus grand parti de Belgique –tant qu’elle existe encore- et on n’a pas envie de replonger le pays dans le vide et l’instabilité.  L’opinion publique serait très critique.

Qu êtes-vous prêt à échanger contre la scission de BHV, un élargissement de Bruxelles ?
Non ! Si on commence a toucher aux frontières linguistiques, on touche à l’équilibre du pays.  On recommence la discussion de 1963, c’est la meilleure façon de faire exploser la Belgique.  On peut discuter des facilités et de la façon dont elles sont appliquées, là on peut négocier.  Mais pas d’élargissement, pas de référendum, pas de ratification de la convention européenne sur les minorités, pas de compétences de la Communautés française en commues flamandes, pas de la nomination de trois bourgmestres de la périphérie…


Certains Francophones conditionnent l’approbation d’un deuxième paquet de réformes institutionnelles à la nomination de ces bourgmestres…
Si c’est le cas, on n’aura rien le 15 juillet.  Parce que c’est exclu que les trois bourgmestres soient nommés : ils ont enfreint les lois linguistiques, on ne va pas revenir là-dessus.

Les Flamands ne pourraient-ils pas mettre un peu d’eau dans leur vin ?
Oui, mais on ne peu pas faire des compromis sur des lois ou sur des décrets !

Vous disiez « tant que la Belgique existe encore » : stop ou encore ?
Les pays ne sont pas éternels, ça c’est clair.  Et les Francophones ont fait une gaffe énorme :  ils se croient vainqueurs des négociations, mais il ne réalisent pas qu’en Flandre, il y a une très grande volonté d’avoir une très grande autonomie.  Et les Francophones refusent le dialogue, mais si on fait ça, si on refuse la réforme de l’Etat, on met une bombe sur la Belgique.  S’il n’y a pas de réforme de l’Etat , que va-t-il se passer ?  Les problèmes communautaires vont revenir tout le temps.  On voit déjà actuellement avec la TVA sur les terrains et les bâtiments, avec la nomination des bourgmestres, avec les déclarations de Madame Milquet sur le marché du travail… Il faut une grande réforme de l’Etat dans le sens de l’Etat-belge, moi je ne suis pas séparatiste.  Et quand Di Rupo et Milquet disent qu’ils ont bloqué tout ça - Reynders est plus nuancé parce qu’il connaît mieux les flamands-, ils préparent une bombe ! Parce que si on n’a pas la réforme, le cartel CD&V-N-VA va sauter, la N-VA va rejoindre Dedecker et ils feront perdre des voix au Vlaams Belang avec cette espèce de Forza Flandria, qui risque de devenir le premier parti du pays avec une programme alors séparatiste ! Alors on réalisera que négocier avec des gens comme mon frère ou un Leterme qui a quand même abaissé la barre par rapport aux résolutions du Parlement flamand, ce n’est pas œuvrer à la séparation du pays.  Si la Belgique n’est pas réformée, on va au clash !

Les francophones, singulièrement le PS, évoluent sur la question…
Dir Rupo s’est trompé, se trompe.  Nous avons toujours connu le PS des régionalistes : André Cools, Spitaels, Van Cauwenberghe… : ils voulaient tous plus de pouvoir pour les régions, une meilleure responsabilité fiscale.  Donc Di Rupo fait une erreur historique.  Milquet, je peux encore comprendre avec l’histoire du PSC.  Mais Di Rupo, au moment où il devait être régionaliste, est devenu unitariste !  C’est une des plus grandes erreurs de socialisme francophone ! Di Rupo a fait un mandat de trop, il devait rester à la Région wallonne et essayer de la responsabiliser.  Mais au lieu de ça, il est resté président en espérant devenir Premier ministre ! Il veut faire le choix inverse de celui que Spitaels avait fait, qui avait dit : « Je fais le choix de l’avenir en allant à la Région ». La présidence de Di Rupo aura été une erreur historique. Il a perdu son feeling, et en politique, quand on le perd, on vole d’une gaffe à l’autre.

Les succès de votre frère vous ont-ils fait ou vous font-ils de l’ombre ?
Nooon, pas du tout ! C’est mon frère, encore plus qu’un ami.  Je suis fier qu’il soit président de la Chambre.

Qu’est-ce qui vous différencie ?
Moi, je suis plutôt l’homme de l’action, comme quand j’ai fait tomber le gouvernement Martens –un peu dans le mêmes conditions que Leterme maintenant- quand j’étais président des jeunes CVP.  Herman est plus cérébral, plus intellectuel et moi plus radical – surtout depuis que je suis « be free » !  On n’est pas toujours d’accord sur la forme.  Mais c’est mon frère et on ne se dispute jamais, puisque sur le fond, on est d’accord.

Carl Devlies ou Inge Vervotte ?
Carl Devlies parce que je le connais depuis les jeunes CVP et qu’il a fait ce que je trouve être une carrière exemplaire : il a d’abord été échevin à Louvin puis parlementaire et enfin secrétaire d’Etat.  Je préfère cette carrière à celle d’Inge Vervotte, qui est devenue ministre à 26 ans sans jamais avoir été parlementaire.  Un ministre doit avoir prouvé dans un parlement qu’il est capable d’être ministre.  Et je comprends que des parlementaires grognent quand ils voient la nomination d’un Laloux ou d’un Magnette.

Jo Vandeurzen ou Pieter De Crem ?
De Crem.  Je l’ai connu chez les jeunes CVP.  Quand il a une opinion, il la défend avec beaucoup d’éclat. Vandeurzen était président au moment òu Leterme m’a laissé tomber, et il n’a rien dit.

Comme votre frère et vous, De Crem est un des rares mandataires CD&V à ne pas être issu de l’ACW (MOC flamand, ndlr)…
En effet, nous ne sommes pas liés aux piliers, nous ne sommes ni a gauche ni a droite : nous sommes des chrétiens-démocrates, au centre, un peu centre-droite.  Comme Leo Tindemans, Gaston Geens ou Mark Eyskens dans le temps. 

Yves Leterme ou Kris Peeters ?
J’ai eu une relation excellente avec Yves Leterme, mais il l’a brisée et ça me fait encore mal au coeur.  J’ai toujours une grande sympathie pour lui. 

Bart Somers ou Caroline Gennez ?
Bart Somers.  Il est beaucoup plus authentique.  Gennez, je ne peux pas la prendre au sérieux.  Elle a été cheffe de groupe ici au Parlement flamand, elle n’a jamais rien dit ou fait !

Didier Reynders, Elio Di Rupo ou Joëlle Milquet ?
D’un point de vue personnel, je crois que Milquet est une femme très honnête et j’aime bien la façon dont elle s’exprime, et j’ai des liens avec la démocratie chrétienne.  Quand j’étais jeune parlementaire, j’ai eu des liens avec les Nothomb ou Maystadt, avec le PSC à la Chambre et même avec elle en particulier : je l’ai connue quand elle était collaboratrice parlementaire en 1988.  Elle n’était même pas encore mariée, moi j’étais aussi célibataire donc, je l’ai connue du point de vue personnel et je l’aime bien.

 

Olivier Maingain ou Philippe Dewinter ?
Je les déteste tous les deux.  Maingain, c’est un caractériel et Dewinter, je le combats idéologiquement , c’est l’inverse de la démocratie chrétienne.

L’arrivée de Marianne Thyssen à la présidence du CD&V, ça vous fait plaisir ?
Oui, c’est une femme très sérieuse et c’est d’abord une femme, pour la première fois.  Elle a toutes les qualités, elle est aussi du centre.  Je la connais aussi, depuis qu’elle est jeune parlementaire –c’est Herman qui l’avait convaincue quand elle était à l’UNIZO.  Maintenant, elle doit prouver qu’elle sera une bonne présidente.

Comment vous voyez-vous dans dix ans ?
Je ne serai plus en politique.  Il faudra déjà voir l’année prochaine si j’ai une chance de continuer ma carrière parlementaire.  Ca dépendra de la composition des listes : il faut des jeunes, des femmes, des N-VA, etc.  J’ai dit que si j’avais l’impression qu’on ne veut pas, je ne serai plus candidat.  Si le parti me veut vraiment, il devra le montrer.

 

zondag 20 april 2008

Controverse

Deze morgen was ik op RTL in Controverse voor een debat met o.m. C. Picqué , R. Demotte, J. Milquet, O. Maingain en M. Chéron. Thema’s: de federatie Bruxelles -Wallonie, de Vlaamse Wooncode en de niet-benoeming van de Burgemeesters.
Het werd weer een dovemansgesprek waar elkeen zijn eigen visie ontwikkelt en niemand mekaar kan overtuigen. Ik wekte weer verontwaardiging door de as Bruxelles-Wallonie van Picqué en Demotte te bestempelen als “une mainmise francophone sur Bruxelles” en hun démarche te bestempelen als het einde van Brussel als hoofdstad van de twee gemeenschappen. Ik sprak ook van Wallo-Brux als “ l’antichambre du séparatisme”. Het werd een titel van het RTL-nieuws vanavond.
Ook over de Wooncode en de niet-benoeming van de Burgemeesters kreeg ik de Franstalige politici over mijn dak. Naast mij zat Pascal Smet maar op veel steun van hem hoefde ik niet te rekenen. Dat de minister-president in zijn manifest over Bruxelles- Wallonie met geen woord rept over het lot van de Brusselse Vlamingen, schijnt hem niet te deren. Hebben wij decennia gevochten voor grondwettelijke waarborgen in de Brusselse instellingen om deze nu te zien verdampen in de Wallo-Brux ? Gedragen Vanhengel en Smet zich vaak niet als “les flamands de service”? Het is de zwakste Vlaamse
vertegenwoordiging in de Brusselse Regering in 20 jaar.
De Vlaamse politici doen er ook fout aan systematisch te weigeren deel te nemen aan debatten op de franstalige zenders. Je kunt hiermee wellicht niemand overtuigen maar ook het franstalig publiek heeft recht om te weten wat er in onze opinie leeft. Wat een zin heeft het –om zoals deze morgen in De Zevende Dag- onder Vlamingen te zitten debatteren over communautaire thema’s zoals Wallo-Brux? Of heeft iedereen het opgegeven? Iedereen spreekt nog voor zijn eigen publiek. In feite is dit de echte splitsing der geesten.

vrijdag 18 april 2008

Viewmaster EXPO 58

Dezer dagen wordt in de media vaak de vraag gesteld: waar was jij bij de opening van de Expo op 17 april 1958?
De familie Van Rompuy was toen in Kongo. Vader Vic Van Rompuy was in 1957 benoemd tot professor economie aan de universiteit van Lovanium en was van plan om daar voor een aantal jaren te blijven. We woonden in het universiteitsdorp op de heuvels van Kimwenza en gingen elke dag met de bus (40 km) naar school in het Albertcollege in Leopoldstad. Mijn vader kreeg in het voorjaar van 1958 evenwel een tropische ziekte waardoor we in de zomer 1958 vervroegd terugkwamen uit Kongo en terug in het ouderlijk huis gingen wonen in Sint-Stevens-Woluwe.
Ik herinner mij nog dat we in augustus 1958 de Expo gingen bezoeken, een wereldwonder voor kinderen die pas terugkwamen van de brousse rond Leopoldstad! Zoveel jaren later komen de televisiebeelden over als een viewmaster uit de tijd van toen. Mij is vooral de enorme massa bijgebleven en de bezorgdheid van vader en moeder om hun 4 kinderen niet te zien verdwalen midden de onvoorstelbare drukte. Ook zie ik nog voor mij de files op de Leuvense steenweg in Sint-Stevens-Woluwe langsheen de Leuvense steenweg, in die jaren de enige toegangsweg vanuit Leuven en Luik naar Brussel.
De zomer 1958 is ook het jaar waar we aan de hand van vader ons gingen inschrijven bij de jezuïeten aan het Sint-Jan-Berchmanscollege in Brussel: Herman in het zesde leerjaar en ik in het vierde leerjaar. Mijn zusjes volgden later naar het lyceum Maria Boodschap eveneens in het hart van Brussel.
Politiek herinner ik mij als achtjarige natuurlijk niets van die periode. Wat ik ervan weet, kan ik lezen in de politieke geschiedenis van België van prof. Theo Luykx. In de week na de opening van de expo 58 werden de Kamers ontbonden. Op 2 juni 1958 waren er parlementsverkiezingen. Luykx schrijft hierover: “De nieuwe verkiezingen vonden plaats in een atmosfeer van druk vreemdelingenbezoek en feestelijkheden, waarvan de regering het beste kon verhopen.” De paarse regering van Achille Van Acker leed in deze uitbundige expo 58 sfeer evenwel een zware nederlaag. De CVP daarentegen haalde -in het zog van de schoolstrijd - een absolute meerderheid in de Senaat en 104 op de 212 zetels in de Kamer (46,5%). Gaston Eyskens startte op 23 juni met een homogene CVP-minderheidsregering. In november 1958, na het sluiten van het schoolpact, kwam de CVP-liberale regering Eyskens tot stand.
Elke vergelijking loopt mank maar hopelijk volgt 2008 het voorbeeld van 1958: een “voorlopige” regering na een paarse periode, een groot pact en dan een definitieve regering (na 15 juli). Eyskens - Leterme: 50 jaar later même combat!