zondag 25 november 2007

Een onvergetelijke avond

Vrijdag 23 november werd ik 58 en deze maand ben ik ook 25 jaar parlementslid.
Onaangekondigd verrasten Viviane en Heidi me met een schitterend feestje in gezelschap van familie en vrienden. Sommigen beweren dat een politicus geen normaal familiaal leven kan hebben en geen vrienden heeft. Ik heb dit nooit zo ervaren. Trouw en vriendschap vind ik juist de belangrijkste waarden in het leven.
Piet, sinds 30 jaar mijn soulmate, hield een toespraak ( hieronder) die mij altijd zal bijblijven. Heidi zong met haar vriendinnen Ellen, Karen, Laura en Dorien als een nieuwe K5: Oh Eric.
“Oh Eric Oh Eric Oh Eric Oh Eric OH Eric
In t ’parlement , t’ Vlaams parlement,
Daar zit jij al 25 jaar.
Soms is ’t leuk soms is ’t hard labeur
Maar jij blijft er altijd voor gaan.”
En mijn broer Herman besloot deze- voor ons en de vrienden- onvergetelijke avond met “Wat kan het leven mooi zijn!”

TOESPRAAK VAN PIET OVER ERIC 25 JAAR PARLEMENTSLID
Viviane kan amper vermoeden welk groot genoegen het me deed toen ze me vroeg het woord te nemen,  nu we “Eric, 25 jaar in het Parlement” vieren.
Genoegen, maar in de eerste plaats ook een grote eer. Ik kom, net als Eric, uit de leerschool van de Jezuïeten.  Bij de Paters werd ons de zin voor de Res Publica bijgebracht, de liefde voor de Staat, de ordening van de samenleving, de gemeenschap van vrije en verantwoordelijke burgers.
Toen ik in 1968 , in volle mei ’68 hitsigheid,  bij Pater Ghysel in de Retorica van het Sint Barbara-college in Gent zat, gaf hij ons, -18-jarige zoekers-, een laatste goede raad en verzoek mee, vooraleer we de humaniora zouden verlaten: “Jongens, wijdt u aan de Res Publica, en ga nooit in de “commerce”.”
“Commerce” sprak hij uit met misprijzen. In zijn “Res Publica” integendeel, lagen Cicero, Tacitus, Caesar en de klanken van het Forum Romanum bestorven. Het was voor hem een gewijd woord, een roeping.
Eric is helemaal op de roeping ingegaan, zo veel meer dan ik mezelf in juni 1968 met grote stelligheid voornam. Hij doet het met hart en ziel, en met inzet van al zijn talent.
Het is nogmaals een eer voor me om dit vandaag te kunnen zeggen aan Eric, die zich sinds 25 jaar als volksvertegenwoordiger (en vele jaren voordien als CVP-jongerenvoorzitter) helemaal ten dienste stelt van de publieke zaak. Met vuur en verstand, en zonder persoonlijke berekening of plat opportunisme. Hij had zijn intellectuele veerkracht, zijn vechtlust en zijn zin voor leiderschap, ook kunnen inzetten in een onderneming, aan de universiteit, of wie weet zelfs in de “commerce”. Hij had er het talent voor, en het zou hem wellicht een pak stress en ergernis bespaard hebben.  Maar hij bleef gewoon, bijna ouderwets trouw aan een politiek ideaal, dat hem nooit los liet en dat hij nooit achter zich wou houden.
Het verzoek van Viviane om hier het woord te nemen, heeft me, eerlijk gezegd, ook een beetje verrast. Ik ga er immers van uit dat heel wat mensen dichter bij Eric staan dan ik.  Mensen die met hem in de vuurlinie staan in het parlement, in zijn gemeente, in zijn kiesarrondissement.
Ik hoor en lees Eric meer dan ik hem zie. 
Viviane heeft evenwel goed begrepen dat we niet constant bij elkaar over de vloer moeten lopen, om “soul-mates” te zijn, die vaak, -niet altijd- een gelijklopende kijk hebben op mensen, op de samenleving en op het leven tout court.  Ook Patrizia, mijn vrouw, voelt en weet dat ik sinds jaar en dag een grote sympathie heb voor Eric; dat zijn successen mij diep genoegen doen, en dat zijn tegenslagen mij even diep konden grieven.
Er zijn immers een pak zaken die ons verbinden.  We zijn natuurlijk in de eerste plaats leeftijdsgenoten, geboren in het na-oorlogse België dat de rug rechtte na de verschrikkingen van de oorlog.  Een tijdsgewricht dat bol stond van levensdrift en engagement.  We zagen hoe de generatie van onze ouders gedreven was door een onblusbare ambitie om vooruit te gaan.  We waren kinderen van een preconciliair Vlaanderen, niet uitgedaagd door veel verschillen en contestatie.  Vanaf het einde van de jaren zestig zagen we hoe de poten van onder dat oude land doorgezaagd werden. Met Leuven Vlaams, Mei ‘68, de broeierige sfeer aan de universiteit en de pop-en rockcultuur in de jaren die volgden, zagen we met eigen ogen hoe het land van onze jeugd compleet kantelde.
Eric en ik hebben geen heimwee naar dat oude land, maar in tegenstelling tot nogal wat generatiegenoten, hebben we er ook geen complexen aan overgehouden.  We hebben geen aandrang gevoeld om te breken met onze ouders, met ons college, met onze leraars, met onze kerk of met ons geloof.  Die verschrikkelijke afrekening die sommige leeftijdsgenoten, tot vandaag, menen te moeten maken met hun jeugd, is ons totaal vreemd.  En ik moet zeggen : het heeft ons veel kleerscheuren en chagrijn bespaard.
Met deze onbevangenheid vonden we elkaar bij de CVP-jongeren, vanaf het midden van de jaren “70”.  Eric was voorzitter.  Het werd voor mij één van de mooiste, meest intense periodes van mijn leven.  Ik heb er meer geleerd, nagedacht en ideeën uitgewerkt dan aan de universiteit.  Ik genoot van de wekelijkse buro-vergaderingen, de congressen, de debatavonden over het Egmont-pact, de kruisraketten, de toekomst van onze generatie.
Maar bovenal keek ik mij de ogen uit op de politieke flair van Eric.  Hij gaf waarlijk een stem aan een nieuwe generatie in de jongerenpolitiek en in de CD. Ik zal niemand van onze toenmalige ploeg beledigen, als ik zeg dat Eric hoog boven ons uitstak.
Ik heb er menselijk en politiek zo van genoten, dat ik de overgang naar het politieke “leven-na-de jongeren”, nooit echt heb kunnen maken.  Met des te meer genoegen zag ik hoe Eric met brio de overgang wel kon maken, en zijn stempel bleef drukken op de Wetstraat.  En vooral : net zoals Eric bleef ik voor altijd een Christen Democraat, een man van het centrum, gemotiveerd door waarden zoals respect, voorzichtigheid, en vooral solidariteit.
Tussen Eric en mij bestaat nog een andere band.  Sterker dan politiek.  Wij zijn beiden fans voor altijd van de Keizer van Herentals, Rik Van Looy. Eens Van Looy-supporter, altijd Van Looy-supporter.  Alleen Van Looy-supporters kunnen dit begrijpen.  Namen uit Rik’s onklopbare Rode Garde,-Edgard Sorgeloos, Jef Planckaert, Manten Desmet, later Ward Sels-, doen ons vandaag nog dromen.  Eric en ik zijn vandaag nog getekend door het onrecht van Ronse in 1963 toen Rik op de meet geklopt werd en zijn derde wereldtitel misliep.  Als Eric en ik het niet meer eens zijn over politiek, -over de staatshervorming bijvoorbeeld-, kunnen we altijd terugvallen op de Keizer van Herentals, om onze conversatie weer helemaal op gang te brengen.
Enkele maanden geleden was Eric erbij toen een nieuw boek over Rik Van Looy verscheen.  Hij bracht me bijna plechtig een exemplaar mee, met de handtekening van Rik en ook van zijn vrouw Nini. Ik was ontroerd want ik heb Nini nog een hand gegeven bij de start van de Ronde van Vlaanderen, op het Sint Pietersplein in Gent, in ’65 of ’66.
Beste Eric, we zijn op een leeftijd gekomen dat toespraken onvermijdelijk teveel over het verleden en over herinneringen gaan.  Ten onrechte, want we hebben nog een pak toekomst voor ons, en een volle tank energie om op ons élan door te gaan.  We staan in de volle kracht van ons leven, gewapend met de idealen van vroeger, een onaangetaste geestdrift en onze ervaring er bovenop.
Wat ik je toewens, wens ik ook voor onszelf : dat je faire kansen moge krijgen om op de plaats te blijven waar je het best bent : in het midden van de ring.  Combattief en vrij.  Die vrijheid is je waarmerk geworden en in die vrije outfit ben je ook op je best.  Blijf schrijven, blijf uit de hoek komen met die geduchte counters van je.  Blijf je heel bijzondere humor koesteren die deel uitmaakt van je trefkracht.  Blijf aandringen, zoals Paulus zegt in zijn brief aan Timoteus “Dring aan, te pas en te onpas”.
Ik moet er niet aan toevoegen dat je niet moet aarzelen om af en toe te “derangeren” want dat doe je sowieso.  Blijf het dus doen, maar doe het met mate.  De mildheid maakt immers deel uit van de charme van het ouder worden.
Ik wens je, en ons allen, ten slotte de kracht toe van de “open geest”.  Er is teveel verstarring, krampachtigheid en angst rondom, en misschien ook in ons.  Laat ons hoopvol de blik gericht houden op morgen, en gisteren laten voor wat het is.  Laat ons onbevangen, kansen geven aan nieuwe ideeën en waarden die hun weg zoeken in een samenleving in volle gisting.  (Heidi zal me niet tegenspreken).
Enkele dagen geleden las ik nog de woorden van een wijze man, Kardinaal Martini, vroeger Kardinaal in Milaan, ooit “papabile”, en nu (ondanks zijn hoge leeftijd en zwakke gezondheid) een bruggenbouwer in Jeruzalem.  Hij is bovendien Jezuïet, wat alleen maar kan bijdragen tot zijn geloofwaardigheid.  Carlo Martini zegt : “We dreigen ons op te sluiten in ons fort en ongetwijfeld zijn daar ook goede redenen voor want nogal wat bedreigingen doemen op.  Maar dat kan alleen slecht eindigen voor allen.  Ik geloof dat we vandaag, meer dan ooit, een inspanning moeten leveren om de andere te begrijpen, en te trachten ons in hun plaats te stellen”.
Die wijsheid van Kardinaal Martini wens ik ons allen toe.
Eric, “ad multos annos”, in de politiek, in de Christen-democratie, in je gezin en in het leven.
Piet 23 november 2007

donderdag 22 november 2007

Vis in Vlaamse pan

Op het formatieberaad is het nog wachten op “de vis in de pan”, maar in Vlaanderen ligt er een karper op het fornuis: 600 miljoen euro cadeau van de Vlaamse Regering aan de gemeenten.  Vanwaar komt dat geld? Eind september 2007 heeft de Vlaamse kas een overschot van 1,8 miljard euro.  Verwacht wordt dat tegen eind december dit overschot nog 800 à 900 miljoen euro zal bedragen.  Dit is uitzonderlijk hoog omdat er in 2008 heel wat geplande begrotingsuitgaven (vnl. investeringen) niet zijn gerealiseerd.  Hierdoor blijven bijna 2 miljard ontvangsten geparkeerd op de rekening. i.p.v. ze te beleggen of op de zichtrekening te laten staan wil Minister Van Mechelen ze “nuttig” besteden.
In 2004 had de Vlaamse Regering kastekorten waardoor facturen niet konden betaald worden; nu zei Minister Van Mechelen in de Commissie Begroting dat hij een “tekort had aan facturen”.  Een historische uitspraak van de Vlaamse Minister van financiën op een moment dat in de federale formatie oranje-blauw op zoek moet gaan naar 8 miljard euro om te rekeningen te doen kloppen.
Minister Van Mechelen stelde het in de media voor dat hij over deze besteding eigenhandig mocht beslissen maar tijdens de besprekingen in de Commissie Begroting dwong ik hem toe te geven dat hij hiervoor een machtiging nodig heeft van het Vlaams Parlement.  Een minister van Financiën is in het kader van het kasbeheer in staat om eigenstandig te beslissen over beleggingen maar als hij middelen overdraagt naar een ander beleidsniveau (in casu de gemeenten) moet hij hiervoor beschikken over een begrotingsmachtiging van het Parlement.  Dat is het ABC van het begrotingsrecht en ook het Rekenhof is deze mening toegedaan.
Van Mechelen zei in de commissie Financiën ook dat dit aan de begroting “niets kost”.  Hij gebruikte opnieuw de Stevaert-metafoor “gratis”. Door de afschaffing van het kijk- en luistergeld kan Vlaanderen “gratis” tv-kijken maar Stevaert zei er niet bij dat deze toewijzing aan de begroting 500 miljoen kostte.
Ik dacht dat de paarse jaren voorbij waren maar we zitten nu blijkbaar terug met een Vlaamse Regering die belastinggeld “gratis” kan toewijzen.  600 miljoen euro overdragen aan de gemeenten voor schuldverlichting is een welgekomen “geschenk” aan de gemeenten maar finaal gaat het natuurlijk om belastinggeld dat wordt doorgestort en geen alternatieve aanwending zal krijgen.  Begrotingstechnisch is er wel een kost voor de Vlaamse begroting.  600 miljoen euro beleggen brengt 30 miljoen euro op.  Als deze 600 miljoen euro zal worden overgedragen aan de gemeenten betekent dit voor hen een besparing van 30 miljoen rentelasten die worden gedragen en betaald door de Vlaamse overheid.  Gratis bestaat niet en het beeld van een Vlaamse Regering die zwemt in het geld zal haar in de rest van de legislatuur blijven achtervolgen.  Van Mechelen kreeg in het Vlaams Parlement gelukwensen en dankbetuigingen van de burgemeesters en schepenen van Financiën maar men moet ermee rekening houden dat in betogingen op het Martelarenplein de welzijnswerkers op hun spandoeken zullen eisen: en wat voor ons? Een begrotingstechnische uitleg zal niet opkunnen tegen de perceptie die is gecreëerd.
VLD-fractieleider Sven Gatz noemde het “immoreel” dat het Vlaams Gewest gelden op haar rekening zou laten staan om ze te beleggen i.p.v. ze uit te geven.
Ik repliceerde hierop dat Minister Van Mechelen een zware deontologische fout heeft gemaakt dat hij belastinggeld een besteding wil geven waar hij geen parlementaire machtiging voor heeft gevraagd.  Is het niet de taak van het Parlement om te beslissen hoe het belastinggeld wordt besteed?  Als men de budgettaire basisregels niet meer wenst te respecteren en rechtstreeks hierover communiceert met de bevolking , kan men best de Commissie Financiën van het Vlaams Parlement opdoeken.  Ik ben reeds meer dan 20 jaar lid van de Begrotingscommissie van het Parlement maar wat ik deze week heb meegemaakt kan niet zonder reactie blijven.
Als Schepen van Financiën van Zaventem zou ik moeten blij zijn dat met 3 miljoen euro (30.000 inwoners en 100 euro per kop) maar als Vlaams Parlementslid ben ik boos omdat het niet getuigt van respect voor onze instelling.  Ik heb er niets tegen dat ministers (ook van een andere partij) scoren en zich profileren maar dit kan niet gaan ten koste van een instelling die tenslotte de democratische legitimiteit vormt van een Regering.
Als Van Mechelen volgende week in de Commissie Begroting denkt om ervan af te komen door alsnog een amendement in te dienen op de begroting 2008 voor zijn “blanco cheque” maakt hij zich illusies.  Affaire à suivre.

zaterdag 17 november 2007

Mise au point

Zondag om 11.30 uur neem ik deel aan een debat in Mise au point op RTBF met als thema:“La crise politique. Nouvelle gifle aux francophones:une escalade sans fin?”. Deelnemers o.m. Charles Michel(MR), de niet-benoemde burgemeesters van de faciliteitengemeenten,Charles Picqué(PS), Luc Van Biezen(VLD) en EVR.

donderdag 15 november 2007

EVR over formatie

Gisteren tijdens het vragenuur zei ik in het Vlaams Parlement het volgende:
Mevrouw de voorzitter, ik denk dat we op dit ogenblik in een enorme crisis zitten. Dit kan niet ontkend worden. Maar ik betreur het niveau van de oppositie in dit Vlaams Parlement.
Er zijn vorige week twee dingen gebeurd. In de Kamercommissie is het wetsvoorstel over Brussel-Halle-Vilvoorde met een Vlaamse meerderheid goedgekeurd. Mijnheer Dewinter, u had nooit gedacht dat dat zou gebeuren. Mijnheer Van Hauthem, u hebt hier maandenlang gezegd dat er nooit gestemd zou worden en dat we de moed niet zouden hebben, maar er is gestemd.
Vorige vrijdag hebben de voorzitters van CD&V en N-VA gezegd dat ze niet toetreden tot een federale regering zonder een belangrijke staatshervorming. Daardoor is op dit ogenblik het formatieberaad stopgezet en maakt CD&V/N-VA waar wat ze altijd hebben gezegd: dat er voor ons geen regering komt zonder een nieuwe staatsordening en een institutionele hervorming.
Ik zou denken dat in die omstandigheden de oppositie zou kijken wat er gebeurt. Maar wat we hier hebben gezien, is iets anders dan er een ernstig debat over voeren. Mijnheer Verstrepen, men kan er altijd een grol van maken. De J.M. Dedecker zegt zelf dat hij zich rot amuseert en het formatieberaad de grootste grap is die we op dit ogenblik meemaken.

CD&V probeert er bij de federale regeringsvorming voor te zorgen dat Vlaanderen de instrumenten kan krijgen op economisch-, gezondheids- en welzijnsgebied. Dat is een serieuze zaak, waarbij we als Vlaamse politieke partijen de formatie gebruiken als instrument om die hervorming te kunnen doordrukken. Het is een zaak waarvoor we in dit Vlaams Parlement tien jaar lang gevochten hebben, maar de Lijst Dedecker is amused, vindt het plezant en heeft het over Kris Peeters als George Clooney. Ik vind dat geen niveau.

Mijnheer Dewinter, u vraagt naar de rol van de Vlaamse Regering, maar u hebt daarnet gezegd dat u geen dialoog wilt. Het Vlaams Belang wil geen dialoog, wil geen hervorming, wil niet dat de Vlaamse Regering mee opereert in die dialoog.U hebt trouwens de reqsoluties van het Vlaams Parlement nooit goedgekeurd.
Wij proberen, als democratische partijen, nog altijd in dit land een hervorming door te voeren op basis van dialoog. Dat onderscheidt ons van u. U spreekt over gratuite verklaringen, maar wat is er meer gratuit dan wat u hier net hebt gezegd? Wij proberen op een serieuze manier de hervorming door te drukken. Het is al 160 dagen dat we het formatieberaad voor een deel gebruiken om die hervormingen door te voeren. Dat is de ernst van CD&V/N-VA, terwijl de oppositie zich feestelijk belachelijk maakt in dit Vlaams Parlement met dit soort interventies.

Aan De Standaard (14 november) antwoordde ik op de vraag “Wat nu met de formatie?”:“IK WEET HET NIET MEER”.
 
We zitten in de modder en er is geen weg terug’, zegt Eric Van Rompuy.

‘‘Ik weet het ook niet meer’, zegt Vlaams parlementslid Eric Van Rompuy (CD&V). ‘Het zit totaal vast en iedereen heeft zich zo ingegraven in deze formatie dat er geen weg terug is.’ ‘Een tripartite is geen wondermiddel. Bij CD&V/N-VA is men daar dan ook helemaal niet mee bezig. Om te beginnen willen de liberalen niet. Bovendien stelt PS-voorzitter Elio Di Rupo zich meer dan ooit op als Meneer Non. Gaan we met hem een grote staatshervorming kunnen doorvoeren?’ ‘Het zit ook zo diep. Men schrijft wat nu gebeurt toe aan personen en partijen, maar we zitten met een totale scheiding van geesten. We zijn het over niets meer eens: over het spoor niet, justitie niet, werk niet, laat staan fiscale autonomie. Iedereen heeft dat onderschat. We dachten dat de kloof gedicht kon worden op de klassieke manier, maar dat lukt niet meer. De Franstaligen willen niet eens praten over bevoegdheden, over middelen. Ze respecteren zelfs niet langer de taalgrens. Er is geen enkel raakpunt meer. Dat los je niet zomaar op tijdens een formatieberaad.’ ‘Dit kan alleen opgelost worden in een dialoog van gemeenschap tot gemeenschap, maar die moet een finaliteit en een timing hebben en een direct gevolg op de samenstelling van de regering. Maar hoe je dat in het huidige partijpolitieke landschap past, tja, dat weet ik ook niet.’

 

zondag 11 november 2007

Een dag in November

Ik heb dit weekend op Kanaal Z in Open Kaart (uitgezonden in lusvorm) een debat met Charles Michel, kamerlid van MR over ”België in crisis- hoe geraakt de politiek uit de impasse?”. Het werd een rustig gesprek waar we zichtbaar de moeite niet meer deden om elkaar te overtuigen. De Franstaligen hebben hun mening gevormd en willen er niet meer van afwijken. Dit land heeft geen nood aan een institutionele hervorming waarbij aan de deelstaten meer bevoegdheden en financiële verantwoordelijkheid wordt gegeven. Integendeel, de federale mechanismen moeten worden versterkt. Michel zei dat er ”geen nood was aan meer fiscale autonomie voor de deelstaten wel aan een fiscale hervorming op federaal vlak. Korting op de vennootschapsbelasting mogelijk maken is nefast want in België zullen de ondernemers geconfronteerd worden met 3 regionale belastingstelsels.”
Op de Franstaligen moet men niet rekenen om nog een reële bevoegdheidsoverdracht naar de regio’s te realiseren . Michel wil het enkel hebben over betere samenwerking en coöperatie.Er komen in hun hoofde geen waarborgen voor een grote staatshervorming.
Hij zei ook dat de formatiegesprekken zijn stopgezet en enkel kunnen worden hernomen als de Vlamingen plechtig beloven nooit meer te “zondigen” en hun meerderheid te “misbruiken” in het Parlement. Ook vroeg hij een bevestiging van de wil tot solidariteit van alle Vlamingen met het Zuiden van het land.
Toen ik hem antwoordde dat de jaarlijkse transfer van 8 miljard euro van Vlaanderen naar Wallonië tijdens de formatiegesprekken door de Vlamingen niet op tafel is gelegd en toch wel een uiting is van ”goede wil”, bleef het stil.
De divergenties tussen Vlamingen en Franstaligen zijn zo diep dat elke dialoog eindigt in een dovenmansgesprek. In feite is er al een scheiding der geesten. In het debat op Kanaal Z was dit bijzonder opgevallen aan de moderators: men is gewoon met elkaar over niets nog akkoord telkens het communautaire ter sprake komt Hoe gaat dit eindigen?
Herman, de Verkenner, is opnieuw op missie. Het wordt in dit vergiftigd klimaat Sisyphusarbeid. Robert Houben ,gewezen Minister van Staat en de laatste voorzitter van de unitaire CVP-PSC zei me ooit (in 1979 toen er ook een lange communautaire crisis was) dat ik nog zou beleven dat er de facto geen Federale Regering kan gevormd worden zoals hij moest meemaken na Leuven Vlaams toen de wegen van CVP en PSC definitief uit elkaar gingen.
Ik denk deze dagen veel aan Houben. We komen heel dicht bij zijn scenario.
Vandaag is het Wapenstilstand. Een vreemde 11 november in een land waar ”une drôle de guerre” woedt.
Gelukkig is het morgen 12 november de verjaardag van Heidi. Ze wordt 14.
Gisteren voerde ik Heidi met enkele van haar vriendinnen naar de ijsbaan in Leuven. Het woord BHV is er niet gevallen . Heidi vindt het trouwens een” zagethema” van haar papa en verwondert er zich over dat er nu nog wordt over gesproken in de media. Is BHV niet gestemd? En wat moet Nonkel Herman nu weer doen? Is hij terug verkenner voor wie en voor wat? Hij was toch gestopt en gevierd op het eetfestijn van papa.
In de tribune van de schaatsbaan in Leuven vroeg ik mij - midden de dolle schaatspret- af of het hart van dit land op 7 november wel is blijven stilstaan. Als ik een foto nam met de lachende tieners denk ik niet dat ze aan die novembermaand van 2007 ooit zullen terugdenken in politieke termen maar wel aan die toffe zaterdagnamiddag in Leuven op de verjaardag van Heidi. Gelukkig is er in deze donkere novemberdagen nog leven buiten de Wetstraat . Happy birthday, Heidi.