vrijdag 26 augustus 2005

IJzerbedevaart

Toen ik in 1983 als CVP-Jongerenvoorzitter naar de IJzerbedevaart ging, was dat nieuws. Jos Bouveroux, de toenmalige verslaggever van de BRT-radio, vermeldde het uitdrukkelijk in zijn bericht over de Bedevaart. De CVP was in de jaren ’60 en ’70 (de gloriejaren van de Volksunie) geleidelijk aan weggebleven van de IJzervlakte en was er omwille van haar “makke” Vlaamse houding ook niet langer gewenst.

Dat veranderde met het Egmontpakt (1977-1978). Het leidde tot aanvaringen tussen het IJzerbedevaartcomité en de toenmalige Volksunie van Hugo Schiltz. Ook op de weide in Diksmuide kwam die verdeeldheid scherp tot uiting. Het was uiteindelijk de CVP van Tindemans die het Egmontpakt kelderde. Hierdoor ontstond er bij sommige nationalisten veel sympathie voor de Vlaamse vleugel binnen de CVP.

In deze context nodigde Karel De Meulemeester van VTB-VAB mij uit om als CVP’er deel te nemen aan de IJzerbedevaart van 1983. Ik herinner mij nog dat de toenmalige voorzitter van het Davidsfonds Clem De Ridder en priester-dichter Anton van Wilderode bijzonder blij waren met mijn komst. Ik zag er een middel in om het Vlaamse imago van de CVP te versterken en de Vlaamse standpunten binnen de CVP te radicaliseren. Het leverde me electoraal geen windeieren op want in 1984 haalde ik bij de Europese verkiezingen meer dan 80.000 voorkeurstemmen. Achteraf vertrouwde Gerolf Annemans (toen redacteur van ‘t Pallieterke) mij toe dat heel wat van zijn Vlaams-nationalistische vrienden voor mij hadden gestemd (hij insinueerde dit ook zelf te hebben gedaan).

Na 1983 zijn heel wat CVP-parlementsleden en ministers (Vandenbrande, Coens, Kelchtermans) naar Diksmuide afgezakt. In 1985 (zie foto) waren zelfs Herman Van Rompuy en Johan Van Hecke (twee latere CVP-voorzitters) aanwezig.

De radicaal Vlaamse toespraken van de voorzitters (Lionel Vandenberghe in 1992: “Laten we scheiden”) kwamen soms hard aan voor de toenmalige CVP-machthebbers maar waren niet ingegeven door partijpolitieke motieven.

Met de komst van het Vlaams Blok is de sfeer op de weide helemaal veranderd. Het Blok wou van de IJzerbedevaart een manifestatie maken tegen de traditionele Vlaamse partijen en een instrument om het eigen separatistische gelijk te bevestigen. Het hatelijke gefluit en geroep “België barst” op de weide tijdens de toespraken van Lionel Vandenberghe was dodelijk voor de sfeer op de IJzervlakte. Met deze houding heeft het Vlaams Belang de IJzerbedevaart een fatale slag toegebracht en velen hebben dan ook afgehaakt.

Ikzelf ben er tot 2002 nog vaak aanwezig geweest maar steeds meer met gemengde gevoelens. Ik deed het nog uit respect voor Lionel Vandenberghe die moedig en consequent weerstand bood aan de chantage van het Vlaams Blok.

Wel viel op dan Vandenberghe met de komst van paars in 1999 op Vlaams vlak bijzonder mild was voor de nieuwe regeringen. Dat hij in 2003 totaal onverwacht vanuit zijn voorzitterschap van het IJzerbedevaartcomité deelnam aan de verkiezingen en overstapte naar een mandaat van senator voor sp.a-spirit heeft de geloofwaardigheid van het (reeds wankele) IJzerbedevaartcomité totaal ondermijnd. Ook Vandenberghe heeft recht op een politiek engagement en ik respecteer zijn keuze maar hoe geloofwaardig waren zijn Vlaamse en vredestoespraken als hij in 2003 instemde met de regionalisering van de wapenhandel en een federaal regeerakkoord goedkeurde waar op geen enkele punt uitvoering werd gegeven aan de 5 resoluties van het Vlaams Parlement van 1999.

Samen met Luc Vandenbrande en Yves Leterme besloten we dan ook in augustus 2003 niet deel te nemen aan de IJzerbedevaart.

De opvolger van Vandenberghe, Walter Baeten, lukt er niet in de Vlaamse geloofwaardigheid te herstellen. Hij slaagde er tijdens de BHV-crisis zelfs in te pleiten voor inschrijvingsrechten voor franstaligen in de Vlaamse Rand!

De partijpolitiek (en in de eerste plaats het Vlaams Belang) heeft de IJzerbedevaart kapot gemaakt. De IJzerwake, één week voor de Bedevaart, maakt van de weide eerder een plaats van haat dan van vrede.

Om zondag als alibi te dienen voor de Vlaamsgezindheid van spirit bedank ik. Bert Anciaux mag me dat (weer) niet kwalijk nemen maar wat is er van de Vlaamse eisen (resoluties van het Vlaams Parlement, splitsing BHV) terechtgekomen? Geert Lambert en Stijn Bex zeggen het dezer dagen duidelijk: de Vlaamse eisen zijn voor hen als links-liberale partij geen gevecht meer waard.

Ook voor CD&V-N-VA nadert het uur van de waarheid. In 2007 zal er een institutionele doorbraak moeten komen als voorwaarde voor een (eventuele) federale regeringsdeelname. De huidige Pilatushouding zoals met BHV en de staatshervorming zal dan niet langer geloofwaardig zijn. CD&V heeft het confederalisme in haar programma opgenomen en zal dit moeten waarmaken, zoniet verliest de V in haar naam elke betekenis. Voor dit engagement heb ik de “eed van trouw” van Diksmuide niet meer nodig.

Ik zal er dan ook zondag niet bij zijn. Ik was er wel in augustus toen we fietsten van De Panne naar Diksmuide. Op de weide heb ik aan mijn dochter Heidi gesproken over Flanders Fields en uitgelegd wat er met de frontsoldaten is gebeurd en waarvoor de IJzertoren is opgericht. Ik heb haar niet verteld over wat er de jongste tien jaar in Diksmuide is gebeurd. Hopelijk zal ze de positieve boodschap van “Nooit meer oorlog” en Godsvrede” onthouden want dat blijft de kern van de IJzertoren. En laten we de politieke strijd voor meer Vlaams zelfbestuur voeren op de enige plaats waar hij thuishoort, nl. in de (democratische) parlementen. De IJzervlakte is nu genoeg onteerd!

donderdag 25 augustus 2005

Memorial Van Damme

Dit was mijn eerste foto in de krant. Zij dateert van 20 september 1972 toen ik als student (met bril) in Brussel op de Heyzelpiste juichend (links) achter Miel Puttemans liep die pas zijn wereldrecord had gevestigd op de 5.000 meter (13’13’’). Het was een schitterende atletiekavond op de Heyzel want naast Miel Puttemans liepen ook Gaston Roelants (20 km en het uurrecord) en Willy Polleunis (10 miles) wereldrecords. Alle aanwezigen zijn deze atletieknocturne nooit vergeten.
Het is op dit elan dat na de dood van Ivo Van Damme op 16 augustus 1977 opnieuw een grote atletiekmeeting in Brussel op de Heyzel werd georganiseerd. Sindsdien is de Memorial uitgegroeid tot één van de grootste atletiekevenementen van het jaar. Sebastian Coe, Carl Lewis, Marleen Ottey, Michael Johnson, Sergeï Bubka: allen vinden de Memorial zelfs de beste en meest sfeervolle meeting.
Zelf heb ik er bijna geen enkele gemist. Ik was met mijn vader, broer en zusters op de eerste Memorial toen vader Van Damme Olympisch kampioen John Walker omhelsde (die Ivo had geklopt op de 1500 meter) en een jaar later toen Alberto Juantorena hetzelfde gebaar stelde. De historische duels tussen Dwight Stones en Jacek Wszola in het hoogspringen, het cadansapplaus voor Willie Banks in het hinkstapspringen, de sprongen van Sergeï Bubka en Carl Lewis, de onvergetelijke looptred van Michael Johnson, Edwin Mozes en Marleen Ottey. Ze blijven op uw netvlies.
Ook vergeet ik nooit de vreugde van organisator Wilfried Meert en Gaston Roelants toen in die magische nacht van 1997 twee wereldrecords (op 5.000 en 10.000 meter) werden gebroken door Paul Tergat en Daniël Komen. De spankracht van een Memorialavond is elk jaar opnieuw een belevenis. Ook Viviane en Heidi willen dit niet missen.
In tegenstelling met 1972 komen de Belgen nog nauwelijks in het stuk voor maar deze evolutie was onvermijdelijk door de mondialisering en professionalisering van de atletiek sinds de jaren tachtig. Ik geloof niet in de maakbaarheid van topatleten door een topsportbeleid. Dit is nodig maar topsporters zullen steeds een mix zijn van tradities, uitzonderlijk talent, karakter en goede begeleiding door toptrainers zoals Prof. Mon Vanden Eynde dat was voor het Daring Leuven van Roelants, Puttemans en Van Damme. Politici (en Bert Anciaux moet zich weer niet geviseerd voelen) moeten geen verwachtingen creëren dat België in 2012 met meerdere atleten zal deelnemen aan atletiekfinales op de Spelen. Als we opnieuw op een Kim Gevaert kunnen rekenen, mogen we al heel blij zijn.
Toch zal ik met heimwee terugdenken aan die gouden zomer 1972 voor de Belgische sport. Eddy Merckx won toen de Ronde van Frankrijk, Miel Puttemans en Karel Lismont wonnen zilver op de Olympische spelen, België werd (o.l.v. Raymond Goethals) derde op het Europese voetbalkampioenschap (ook op de Heyzel), Miel Puttemans liep een wereldrecord en in oktober vestigde Eddy Merckx het werelduurrecord.
Van een sportbeleid was in 1972 geen sprake. Gaston Eyskens was Eerste minister maar ik heb hem nooit zien poseren met Merckx, Van Himst of Roelants. Van de toenmalige minister van Cultuur en Sport Frans Van Mechelen is mij alleen het petje bijgebleven dat hij droeg toen Herman Van Springel een grote Tourprestatie had geleverd. Lomme Driessens, Raymond Goethals en Mon Vanden Eynde: ze hadden geen boodschap aan kabinetsnota’s over topsportbeleid maar waren monumenten in hun sport.
Zo ook Wilfried Meert. Zonder hem was de Memorial nooit uitgegroeid tot wat hij vandaag is. Meert is bezeten door atletiek en vrijdag zullen we weer kunnen genieten van zijn uitzonderlijke evenement. We hopen dat Bekele in het Koning Boudewijnstadium opnieuw doet wat Puttemans deed in 1972: een wereldrecord vestigen. Wat zou ik graag opnieuw op de piste meelopen en juichen!!